een bok schieten 1.0
een blunder begaan; blunderen
Algemene voorbeelden
Neen mevrouw. Wij staan niet op Batibouw, wij zijn daar niet welkom. Welke architekt zegt U? Ja, die ken ik. Die heeft al meer bokken geschoten.
Zonder twijfel zullen gerenommeerde schrijvers en geharde neerlandici weer tientallen bokken schieten.